Het tweede seizoen van de HBO-reeks Succession brengt virtuoos en zonder schroom de schaamteloosheid van de bovenlaag in beeld.
Acteurs moeten niet zo zeuren wanneer ze tegen hun zin uit een tv-reeks worden geschreven. Had dan een pak straffer uit de hoek gekomen, durven we weleens te denken.
Dat de zeurkousen eens een voorbeeld nemen aan Brian Cox. Hij speelt in Succession de tachtigjarige mediamagnaat Logan Roy. Aanvankelijk zou hij al vroeg in het verhaal het loodje leggen, maar de Schotse klasbak wist de oude knar zo lekker brommend en geslepen neer te zetten dat de hele HBO-reeks voor de makers plots ondenkbaar werd zonder hem. Geef hen eens ongelijk.
Nicolas Britell
In het tweede seizoen, opnieuw met een knappe score van Moonlight-componist Nicholas Britell, behoudt hij zijn sleutelrol. Logan Roy is het type patriarch dat een beroerte als een dom griepje van zich afschudt. Een man van wie je ook weet dat hij de macht nooit uit handen zal geven, ook al leek het daar aanvankelijk wel op – zijn zoon Kendall (Jeremy Strong) zat al klaar voor de troonsbestijging. Toen dat anders uitdraaide, vond die er niets beters op dan zijn ouwe een mes in de rug te planten: hij bedisselde een overname.
Nu is de reeks op het punt beland waar Kendall het boetekleed mag aantrekken. ‘Ik zag hun plan en dat van mijn vader was beter’, piept hij in een opgelegd tv-interview. Wat de intriges alleen maar aanscherpt: de ouwe Roy heeft niet één maar vier kinderen, en ze zijn stuk voor stuk uit hetzelfde hout gesneden. Tegelijk blijven ze pionnen in een schaakspel dat alleen hun vader overziet.
Ziekelijk
Wereldvreemd en narcistisch zijn ze als de besten, wat soms beangstigend is maar vooral – en gek genoeg – verpletterend amusant. Zeker als Roman (Kieran Culkin), de jongste Roy, op het toneel verschijnt. Hij spuwt op zijn afkomst en is er tegelijk de meest ziekelijke uitwas van.
Een mens zou gaan denken dat Succession satire is, en eigenlijk willen we dat ook het liefst geloven – beeld je in dat het er in de hoogste torens van het kapitalisme écht zo toegaat. Wat onze vermoedens over de reeks alleen maar versterkt, is dat ze uit de koker komt van twee geslepen narren: The thick of it-bedenker Jesse Armstrong en Adam McKay (The big short, Vice). Maar zoals het thema’s als verraad, jaloezie en machtshonger aansnijdt, heeft het dan weer alles van een oerklassiek, zelfs een beetje ouderwets drama. Zegt u het dus gewoon maar.
‘Kill the rich’, briest de menigte ondertussen op het grote scherm in Joker. Succession doet je je afvragen of dat toch niet wat radicaal is, al was het maar omdat precies die elite zulke magistrale, heerlijk doorrotte televisie oplevert.
(Verschenen op 12 november 2019 in De Standaard.)