Twee mannen heten allebei Jinpa in deze Tibetaanse roadmovie. Wong Kar-wai trad op als coproducent.
Jinpa ziet eruit als een brutale rocker, maar in feite is hij de kwaadste nog niet. Alleen zijn omgang met anderen kan soms beter. Kort nadat een schaap onder zijn aftandse truck is beland omdat hij naar een vogel zat te turen, geeft hij een sjofele man een lift. ‘Je lijkt me niet voor het geluk geboren. Het komt vast door jou, dat schaap.’
Eigenlijk is het nog een mirakel dat hij niet eerder een ongeval kreeg. Niet eens omdat het zo druk is op de weg die op 5.000 meter hoogte over het desolate, vulkanische Kekexiliplateau in Tibet loopt, wel omdat het er zo verdomd mooi is. Er is dus genoeg om onderweg door afgeleid te worden.
Vierkant formaat
Maar deze bedachtzame roadmovie pakt niet uit met panoramische shots. Het bijna vierkante formaat verraadt zijn focus: de twee mannen met het dode beest tussen hen in. De lifter, die ook Jinpa blijkt te heten, is onderweg om de moord op zijn vader te wreken.
In het festivalwereldje kennen ze regisseur Pema Tseden wel, onder meer van Tharlo. Hij schreef als romancier een halve boekenkast bij elkaar voordat hij het op een filmen zette in het begin van de jaren 2000. De man heeft dan niet de faam van Wong Kar-wai, maar dankzij zijn productiehuis krijgt deze Tibetaanse oefening in slow cinema nu wel extra ruchtbaarheid.
Allegorisch en dromerig, soms een tikje absurdistisch benadert Tseden de dualiteit in de mens. Niemand is enkel slecht en zelfs de braafste hendrik is geen heilige. Jinpa bekampt zwart-witdenken. De Tibetaanse versie van ‘O sole mio’ krijgt u er zomaar bij.
(Verschenen op 27 augustus 2019 in De Standaard.)