Met ‘Sunset’ duikt Laszlo Nemes onder in het woelige Boedapest aan de vooravond van de Grote Oorlog. ‘Elke beschaving op een hoogtepunt is blind voor haar eigen destructieve krachten.’
Debuutfilms kapen zelden de grote prijzen weg, maar met Son of Saul deed de Hongaar Laszlo Nemes het toch. Tot in de gaskamers en verbrandingsovens van Auschwitz ging de helse tocht van een Joodse vader op zoek naar zijn zoon. De horror, die indirect in beeld kwam, joeg daags nadien nog door je hoofd.
In lange shots kleefde de camera op deze man. Het was een dwingende stijlkeuze die de regisseur nu opnieuw hanteert in Sunset, dat pas zijn tweede film is. In het Boedapest van 1913, aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, zoekt een jonge hoedenmaakster aanknoping met haar eigen voorgeschiedenis.
‘Filmmaken is mijn toegang tot het verleden. Dat denken we wel te kennen, we voelen ons zelfs superieur ten aanzien van de mensen die toen leefden. Maar ik vrees dat we soms te veel vertrouwen stellen in onze eigen, verstarde kijk.’
Illusies
De Hongaarse grootstad ontmaskert hij als een wereld van illusies. ‘Niet alleen was Boedapest een tikkeltje verliefd op zichzelf, het was ook blind voor zijn eigen, destructieve krachten. Al lijkt geen enkele beschaving op haar hoogtepunt die te erkennen.’
Terwijl Nemes over het verleden spreekt, trekt hij parallellen met het Europa van vandaag. Hij voorziet de zelfmoord van een beschaving in het verbrokkelende continent. Zo omschrijft hij ook wat zich een eeuw geleden heeft afgespeeld en wat begon met het uiteenvallen van het Oostenrijks-Hongaarse rijk. ‘Misschien is de geschiedenis toch cyclischer dan we willen aannemen.’
Nemes werd al vaker een pessimist genoemd, al wil hij dat nuanceren. ‘Ik ben in mijn films telkens op zoek gegaan naar dat sprankeltje hoop in de duisternis. Net dat motiveerde me om een verhaal te vertellen.’ In Son of Saul zocht hij zo het laatste restje menselijkheid te midden van de onnoemelijke gruwel. ‘In mijn pessimisme ligt steeds optimisme verscholen.’
Inventief en avontuurlijk
Nemes’ aanpak is opnieuw onconventioneel – doelbewust. Hij heeft het niet begrepen op cineasten die berusten in geijkte methoden. ‘Nooit eerder verliep filmmaken zo gestandaardiseerd als vandaag. In zijn essentie is het nochtans inventief en avontuurlijk. Kijk naar hoe het er in de jaren 60 en 70 aan toeging. Maar kunstenaars lijken vandaag in de eerste plaats naar zichzelf te kijken. Ze denken dat het allemaal met hen begint.’
Het is onmogelijk om Sunset te bekijken zonder oog te hebben voor de hoedenpracht van toen. Dat is geen willekeurig element. ‘Hoeden lijken vandaag van geen belang, maar in die tijd waren ze sterk verbonden met de wereld van de vrouw’, vertelt Nemes. ‘Ze drukten schoonheid en kracht uit, maar ook de positie die een vrouw bekleedde in de maatschappij.’
De Hongaar heeft veel te danken aan Juli Jakab, de raadselachtige hoofdactrice in Sunset. ‘Toen ik haar voor het eerst ontmoette, wilde ik weten wat haar geheim was. Tegelijk hoopte ik dat ik het nooit zou ontdekken. Net door die ambiguïteit is deze rol haar op het lijf geschreven. Ik moet erop vertrouwen dat het ook voor de kijker zo werkt. Dat is een risico, maar het is ook tekenend voor de weg die ik als filmmaker wil bewandelen.’
(Verschenen op 16 mei 2019 in De Standaard.)
>> Lees hier de recensie van Sunset.
Een gedachte over “Regisseur Laszlo Nemes: ‘Ik ga altijd op zoek naar dat sprankeltje hoop’”