Is ‘The Lego movie 2: the second part’ werkelijk het tweede deel van de sequel? De titel is fout, net als de film.
Vroeger bouwden kinderen nog eigenhandig een stad met Lego. Nu doet de animatiestudio van Warner dat voor hen. Het kunnen ook de reclamejongens geweest zijn. The Lego movie 2: the second part is een hyperkinetische janboel die een heel assortiment speelgoed op de kijker loslaat.
Vijf jaar geleden geloofde niemand dat zo’n troep figuurtjes een verdienstelijke film in de benen kon hebben. Phil Lord en Christopher Miller (van het recente Spider-Man: into the spider-verse) bewezen het ongelijk van elke vooringenomen mopperaar: The Lego movie was een onstuimig plezier. Dankzij de frisse humor en sympathieke helden voelde het niet als een commerciële valstrik.
Kon dat maar gezegd worden van deze tweede animatiefilm. Het duo komt niet verder dan een mak opzet: de stad krijgt een ‘buitenaardse’ aanval te incasseren van een stel plompe Duplo’s – een submerk van Lego, natuurlijk. Met volle kracht beland je in een verhaal dat al een poos aan de gang lijkt. Lekker knullig zijn ook de wazige overgangen die laten zien waar we ons eigenlijk bevinden: in de speelkamer van een broer en zus.
Afgrond
Samen spelen, ondanks de verschillen (in poppetjes): in mijn kindertijd was dat een boodschap die mijn moeder ons oplegde.
De Deense speelgoedfabrikant balanceerde in 2003 nog op de rand van de afgrond. Het ging daarna beter, tot het een jaar geleden voor het eerst sinds die dip te veel Lego had geproduceerd. U raadt het al: het gele gevaar is na deze film nog niet geweken, de blokjes moeten verkocht.
(Verschenen op 19 februari 2019 in De Standaard.)