Met de oorlog op de achtergrond staan vrouwen hun mannetje in deze noeste, pastorale vertelling.
De Franse regisseur Xavier Beauvois (Des hommes et des dieux) toont de Groote Oorlog in de achterblijvers: de moeders, echtgenotes en zussen die beletten dat het boerenleven stilviel toen de mannen naar het front trokken.
Les gardiennes ontvouwt zich als een ingetogen, landelijke kroniek op het ritme van de seizoenen. De naturalistische fotografie van Beauvois’ vaste cameravrouw Caroline Champetier (Holy motors) is sober en onderlijnt bovenal een reeks ijzersterke vertolkingen.
Het jaar is 1915. Op het landgoed van de boerderij Paridier verrichten Hortense Sandrail (Nathalie Baye), de matriarch met dienst, en haar (schoon)dochters taken die potige kerels minder moeite zouden kosten. Ploegen gaat met vallen en opstaan – letterlijk. In de ingehuurde Francine Riant (Iris Bry) vinden ze versterking.
Tussentijds vangt Hortense haar zoons op, die als naargeestige mannen terugkeren van het front. ‘De moffen zijn geen monsters, maar mensen zoals wij: onderwijzers en boeren.’
Geëmancipeerde vrouw
De Franse schrijver Ernest Pérochon was zijn tijd ver vooruit toen hij zich in 1924 in zijn gelijknamige roman de besognes aantrok van de geëmancipeerde vrouw in oorlogstijd. Bitter stelde hij vast: haar wachtte na afloop opnieuw een tweederangsrol.
Met veelzeggende stiltes en blikken die boekdelen spreken, eist Nathalie Baye de aandacht van de kijker. Aan haar zijde speelt haar dochter Laura Smet. De ware revelatie is echter de 23-jarige Iris Bry, die in niets te kennen geeft dat dit haar debuutrol is. Onthou die naam.
(Verschenen op 5 december 2017 in De Standaard)