Hard labeur voor Noomi Rapace, die zeven zussen vertolkt op een overbevolkte aardkloot.
Er schuilen magische krachten in het verhaal van deze film: je tenen gaan er spontaan van krullen. Met Seven sisters verfilmt Tommy Wirkola (Hansel & Gretel: witch hunters) een scenario dat de prullenmand toebehoorde.
In de niet zo verre toekomst pakt de staat overbevolking aan met een eenkindpolitiek. Als kersverse grootvader van een zevenling – de moeder stierf in het kraambed – verzint Terrence Settman (Willem Dafoe) een trucje om te voorkomen dat ze zes van zijn kleindochters afnemen: hij geeft hen één identiteit om te delen. Elk meisje krijgt een dag van de week toegewezen waarop ze de flat uit mag en die identiteit aanneemt. Tot de meisjes jonge vrouwen zijn (allen gespeeld door Noomi Rapace) lukt dat behoorlijk, maar dan komt Monday op een dag niet thuis.
Je zou denken dat fans van Rapace waar voor hun geld krijgen. Helaas is het scenario zo oppervlakkig dat zelfs haar talent geen kans krijgt. De zusjes lijken meer een staalkaart van het betere escortaanbod (het gebrilde nerdje, het sletje, het stoere meisje, de hacker, het introverte zusje) dan personages van vlees en bloed. Om de boel gaande te houden, moet Seven sisters bovendien elk kwartier op zoek naar een nieuwe verwikkeling.
Cruella de Vil
De Zweedse actrice beleefde er mogelijk lol aan, maar wij ergerden ons algauw een ongeluk. Kers op de taart: Glenn Close speelt andermaal een Cruella de Vil-variant, alsof haar kunnen zich beperkt tot eendimensionale booswichten.
Het leven is kort. U kunt de inhoud van uw popcornemmer beter in een andere zaal vermalen.
(Verschenen op 29 augustus 2017 in De Standaard.)